Stream VII (“Stroom VII”), 1996. Oil on Canvas, 170 x 140 cm. Stedelijk Museum Amsterdam.

Fuchs over Stroom VII (fragment)

Het schilderij is zoiets als een ruimte van atmosferische kleurnevels geworden. Met andere woorden: het landschap is een interieur. (Fuchs, Plens, 2015)

Jitta over Stroom VII (fragment)

Het is alsof deze beweging daar niet ophoudt maar verder gaat en het schilderij slechts een fragment laat zien, dat op zijn beurt verwijst naar een groter geheel voorbij het geschilderde, voorbij de voorstelling. Eenzelfde suggestie ontstaat wanneer rotsen en glooiingen door de randen van het doek oversneden zijn, wanneer een verscholen lichtbron is opgeroepen die zich buiten het beeld bevindt, of boomtoppen en horizon zich alleen laten vermoeden als in Stroom V (1992) en Stroom VII (1996). (Jitta, Gardens of thought, 1996)

Reijnders over Stroom VII (fragment)

Er zitten meer van dit soort incongruïteiten in dit werk. Soms zijn het harde confrontaties, een dwars door de compositie schietende boomstam of viaduct, vaak zijn ze subtiel en in relatie tot de hartverwarmende kleurnuances, enigszins onthutsend. Dat geldt ook voor bizarre vrijheden als de horizontale partij die aan ‘Stroom VII’ zijn beweeglijke basis geeft, een riviertje wellicht, of een pad. Of de keuze om van iets ondergeschikts als een ‘sousbois’, het onderwerp te maken (Reijnders, Visuele Parcoursen, 1997).